Memorabele spelers op de Bosuil

Tijdens de voorbije 100 jaar hebben er heel wat straffe spelers een wedstrijd gespeeld op de Bosuil. We nemen u mee naar enkele memorabele voetballers, doorheen de jaren.

Pelé

Edson Arantes do Nascimento, oftewel Pelé, is een van de meest iconische namen uit de geschiedenis van het voetbal. De Braziliaanse international wordt algemeen beschouwd als een van de beste voetballers aller tijden. Pelé speelde als aanvaller en kreeg internationale faam door zijn uitzonderlijke vaardigheden met de bal.

Tot driemaal toe was Pelé te bewonderen op de Bosuil. De eerste twee keer nam hij het sterrenensemble van Santos mee. In 1961 werd er met 3-1 gewonnen van de Entente Anversoise, een samengesteld team met spelers die voor Antwerpse clubs uitkwamen. Een jaar later stond dezelfde affiche op het bord en hielden de twee mekaar in evenwicht na een spektakelmatch die eindigde op 4-4.

Pelé stopte met professioneel voetbal in 1977 en om die reden werd hij het jaar daarvoor nog een derde en laatste keer naar de Bosuil gelokt. Royal Antwerp FC ontving het New York Cosmos van de 36-jarige voetbalkoning voor een afscheidswedstrijd. The Great Old won die wedstrijd makkelijk met 3-1. Pelé maakte de eerredder met een heerlijk afstandsschot. Volgens de overlevering deelde hij voor de wedstrijd nog handtekeningen uit in de Grand Bazar van Schoten.

Jan Mulder

Momenteel zullen velen Jan Mulder kennen als de ongebreidelde analist van de Rode Duivels en het Belgisch voetbal, maar ooit was de Nederlandse aanvaller zelf te bewonderen op de Belgische velden. Zo passeerde hij ook een aantal keer op de Bosuil. Driemaal als speler van Anderlecht en één keer als Ajacied, toen de Antwerpenaren het grote Ajax bijna uit Europa kegelden ware het niet dat de 3-1 van de thuisploeg onterecht werd afgekeurd.

Mulder werd in 1965 als eerste amateurvoetballer ooit opgeroepen voor Jong Oranje, het jeugdelftal van de Nederlandse nationale ploeg. De man die hem toen opriep was de Duitser Georg Kessler, die in de jaren ’80 en ’90 over twee periodes trainer was bij Royal Antwerp FC.

Bij Anderlecht werd Mulder drie keer op rij landskampioen en tevens de allereerste Nederlandse topschutter van de Belgische competitie.

© Frans Vanhemelrijk


Arie Haan

Arend “Arie” Haan maakte een belangrijk deel uit van het ijzersterke Ajax dat begin de jaren ’70 drie maal op rij Europacup I – de voorloper van de UEFA Champions League is dat - won. De middenvelder voegde er later nog twee Europacup II-trofeeën aan toe als speler van Anderlecht. Zijn grootste prestatie is het behalen van de WK-finales in 1974 en ’78. Met het Nederlandse “totaalvoetbal”-elftal speelde Arie Haan op beide toernooien bijna elke match en scoorde hij tweemaal in ’78.

De Bosuil bezocht hij voor het eerst als speler van Ajax in 1974, op zijn 25e. Hij verloor er toen met 2-1 van de Reds. In de daaropvolgende acht jaar kwam hij er telkens op bezoek tijdens zijn passages bij Anderlecht en Standard. Hij kon 1 keer scoren op de Heilige Grond. Nadat hij in de zomer van 1984 besloot om zijn schoenen aan de haak te hangen, begon hij als coach van RAFC aan zijn uiteindelijk 30 jaar lange trainersloopbaan. Anderhalf jaar lang was Haan te bewonderen langs de zijlijn van ons veld, waar hij het talent zag van RAFC-sterren in wording zoals Rudi Smidts en Cisse Severeyns. Zij vierden onder Haan hun debuut.

©AFC Ajax

Romário

Romário de Souza Faria, kortweg Romário, is een voormalige Braziliaanse voetballer die wordt beschouwd als een van de beste spitsen in de voetbalgeschiedenis. Hij stond bekend om zijn neus voor doelpunten. Hij maakte er in zijn carrière meer dan 1.000.

Op 12 oktober 1988 speelde zijn Brazilië een vriendschappelijke interland tegen de Belgen. Het Bosuilstadion kreeg de eer om de toeschouwers voor het eerst kennis te laten maken met de aanvaller van de Goddelijke Kanaries. De wedstrijd eindigde op een 1-2 overwinning voor de bezoekers. Nog geen drie dagen later zou Romário zijn eerste stap in het Europese clubvoetbal zetten en tekenen voor PSV Eindhoven, waar hij uitgroeide tot een van de grootste sterren van het voetbal.

Louis Van Gaal

Ajax, Manchester United, FC Barcelona, Bayern München en de nationale ploeg, het klinkt als een droomloopbaan voor menig jonge voetballer. Louis Van Gaal beleefde ze. Niet als speler, maar wel als coach. Maar niet iedereen weet dat de wereldberoemde Amsterdammer, die maar zelden een blad voor de mond neemt, ooit speler was van RAFC. In 1973 maakte hij de overstap naar the Great Old, waar hij zijn profdebuut mocht vieren nadat hij bij Ajax nooit kon doorbreken in de eerste ploeg.

Van Gaal bleef vijf seizoenen lang op de Bosuil. Tijdens zijn periode bij de club speelde hij ook mee in de afscheidswedstrijd van Pelé op de Heilige Grond, waarin hij zelfs een assist afleverde in de 3-1 overwinning van RAFC.

Na zijn spelerscarrière volgde een lang traject als coach, waarin hij spelers als Arjen Robben, Marc Overmars en Mark van Bommel - met wie hij het samen zelfs tot een Champions League-finale schopte - onder zijn vleugels nam.

Philippe Albert

Philippe Albert en zijn stevige linker waren eind jaren 90 een monument in ons Belgisch voetbal. Na zijn passages bij Charleroi en KV Mechelen vertrok Albert naar RSC Anderlecht. Daar werd hij in 1992 tot speler van het jaar in België verkozen en won hij ook de gouden schoen. Zijn talent bleef ook in het buitenland niet onopgemerkt. De aanvallend ingestelde verdediger vertrok zo naar Newcastle United, waarvoor hij een stiftbal scoorde tegen Manchester United die de wereld rondging.

Ook toen hij voor de Engelse club uitkwam bracht hij een bezoek aan de Bosuil - in de UEFA-beker van 1994 - waar de Magpies een maatje te groot bleken voor onze Reds van toen. In de zomer van ’94 mocht Albert zijn tweede wereldkampioenschap spelen, aan de zijde van RAFC-legend Rudi Smidts. Hij maakte in de VS de winnende treffer tegen Nederland in de groepsfase.

Albert en Royal Antwerp FC kruisten in totaal 20 keer de degens, geen enkele ploeg stond vaker tegenover de verdediger dan the Great Old.

Andy Cole

De Jamaicaanse Engelsman Andy Cole was een spits van een resem teams uit Engeland, waaronder Blackburn Rovers, Manchester United en Newcastle United. Met die laatste lootte hij Royal Antwerp FC in de 1e ronde van de UEFA Cup van 1994. Ondanks de dominantie van zijn team, met Philippe Albert in de basis, beleefde Cole een moeilijke wedstrijd op de Bosuil en werd hij vroegtijdig naar de kant gehaald na het pakken van een gele kaart.

Twee weken eerder had hij wel het verschil gemaakt in de heenmatch. Andy Cole legde er toen drie voorbij doelman Yves Van Der Straeten. Dat was absoluut geen toeval: Cole stond bekend om zijn schutterskwaliteiten. Het seizoen voor zijn komst naar de Bosuil werd hij topschutter van de Premier League met maar liefst 34 goals. Zo’n 30 jaar lang het record tot ene Erling Haaland het verbrak.

Tijdens zijn periode bij Manchester United speelde hij een aantal wedstrijden samen met Luke Chadwick, zelf geen onbekende op de Bosuil. Chadwick, die een belangrijk aandeel had in de promotie van RAFC in 2000, gaf tot tweemaal toe een assist aan Cole.

Rob Rensenbrink

In tegenstelling tot zijn ploegmaats bij Oranje in de jaren ‘70 was Robert “Rob” Rensenbrink niet groot geworden bij een topclub in Nederland of Spanje, maar wel bij ons in België. Na een korte passage bij Club Brugge belandde hij bij Anderlecht waar hij uitgroeide tot een publiekslieveling. RAFC werd, jammer genoeg, zijn favoriete tegenstander. In 16 wedstrijden scoorde hij 9 keer tegen the Great Old. In België kreeg hij al snel de bijnaam ‘slangenmens’ voor de manier waarop de aanvaller zich uit netelige situaties wurmde dankzij zijn fluwelen techniek.

Maar ook met de nationale ploeg, waarmee hij de WK-finales van 1974 en 1978 bereikte, speelde hij tweemaal op de Bosuil in de interlands België - Nederland. Rensenbrink werd tweemaal kampioen en pakte 5 bekers in België. In 1976 kreeg hij ook de gouden schoen. In Nederland staat hij nog steeds bekend om zijn schot in de slotfase van de WK-finale in 1978. Dat strandde op de paal waardoor Nederland op een haar na de wereldtitel miste.

Johan Cruijff

Weinig spelers in de geschiedenis van het voetbal worden invloedrijker voor de sport beschouwd dan Nederlander Johan Cruijff. Hij werd driemaal verkozen tot winnaar van de Ballon D’or en won als speler van Ajax driemaal op rij Europacup I. Maar nog belangrijker dan alle behaalde titels was zijn verpersoonlijking van het mooie, intelligente, aanvallende voetbal dat door hem werd gebracht als speler én trainer van zowel FC Barcelona als Ajax.

De Bosuil was één van de stadions die de eer kreeg om de meest iconische speler van onze noorderburen uit te zwaaien met een oefenmatch, nadat hij in 1984 zijn afscheid had aangekondigd. Dat gebeurde niet in het shirt van Ajax maar wel in dat van aartsrivaal Feyenoord, waarmee Cruijff dat seizoen kampioen speelde. Hoewel de aanvaller volgens de kranten van toen een bleke wedstrijd speelde, vielen er nog steeds veel monden open op de tribunes van de Bosuil. Een betere wedstrijd speelde hij zeven jaar eerder, wanneer voor het laatst een derby der lage landen op onze Heilige Grond werd afgewerkt. In de WK-kwalificatie zette Cruijff de 0-2 eindstand op het bord met een prachtige lob.

Johan Cruijff werd ook naast het veld vereeuwigd: Barcelona en Ajax noemden hun stadions naar hem, de Nederlandse supercup draagt inmiddels zijn naam en sinds 2003 wordt ook jaarlijks de Johan Cruijff Award uitgereikt aan de beste jonge speler van het Nederlandse voetbal. Vincent Janssen mocht in 2016 die prijs in ontvangst nemen.

Gento

Nadat Royal Antwerp FC in 1957 voor het eerst in zijn geschiedenis kampioen werd, mocht the Great Old aantreden in een gloednieuwe competitie: de Europacup I. Daarin namen landskampioenen van over heel Europa het tegen elkaar op. De eerste match voor de Reds op het Europese toneel werd meteen een klepper: Real Madrid, dat ook de twee voorbije edities had gewonnen, kwam op bezoek in Deurne-Noord. Ook een unicum was het feit dat RAFC toen voor het eerst in zijn geschiedenis met rugnummers op de truitjes speelde. De thuisploeg verloor - ondanks een sterke prestatie - nipt met 1-2.

Eén van de sterkhouders van Los Blancos toen was Francisco “Paco” Gento. Zijn grootste wapen was zijn versnelling waarmee hij menig tegenstander vanop de flank achter zich liet. Hij was zo snel dat hij zelfs de bijnaam “El Supersonico” kreeg van de supporters.

Wat Vic Mees was voor RAFC, was Gento toen voor Real Madrid. Hij zou uiteindelijk meer dan 600 wedstrijden in 18 jaar spelen voor de Koninklijke, waarmee hij de Europacup I (nu bekend als de UEFA Champions League) in totaal 6 keer won. Tot op heden een record.

Di Stefano staat centraal onderaan in beeld en heeft de bal vast, Gento bevindt zich rechtsonderaan.

Alfredo Di Stéfano

Paco Gento was niet de enige klassespeler die de Bosuil bezocht op die zonnige woensdagnamiddag in 1957. Alfredo Di Stéfano, waarschijnlijk de beste voetballer van zijn generatie, was degene die de wedstrijd op de Bosuil besliste met 2 goals. Zoals de groten dat doen. Bijna 60.000 supporters, van wie de meesten uitzonderlijk vrij hadden gekregen van hun werk om de koninklijken bezig te zien, zagen hoe de Argentijnse aanvaller tweemaal scoorde.

Hij is een van de belangrijkste architecten die de blauwdruk legden voor de topclub die Real Madrid nu is. Tweemaal won hij de Ballon d’Or en in 1989 kreeg hij zelfs de eerste en tot op heden enige Super Ballon d’Or, een prijs gemaakt voor de allerbeste speler in de afgelopen 3 decennia.

Gerd Müller

Als er iemand is in de geschiedenis van het voetbal die wel wist hoe je de bal in het net moest krijgen, was het Gerd Müller. De Duitse spits speelde vrijwel zijn hele carrière voor Bayern München en scoorde in zijn loopbaan om en bij de zeshonderd doelpunten. De bijnaam “Der Bomber” was zeker niet gestolen, aangezien hij vanuit elke hoek kon scoren.

In 1972 kreeg België de eer om het Europees kampioenschap van dat jaar als gastland te organiseren. Op dat moment bestond de eindronde maar uit 4 ploegen. Op 14 juni werd de halve finale tussen België en West-Duitsland gespeeld op de grasmat van het Bosuilstadion. Zowel op als naast het veld werd het een Duitse overrompeling. Maar liefst 20.000 tickets belandden in de handen van Duitse supporters. Op het veld domineerden de Duitsers, met Müller voorop, die beide doelpunten in de 2-1 overwinning maakte. Hij deed dat trucje nog eens over in de finale waardoor West-Duitsland zijn eerste EK-medaille verkreeg.

Franz Beckenbauer

De manier waarop Franz Beckenbauer als verdediger een wedstrijd in handen kon nemen was ongezien. Hij perfectioneerde in de jaren ’70 de positie van libero als speler van Bayern München en de Duitse nationale ploeg. In tegenstelling tot de meeste verdedigers van toen was hij geen ruige schopper maar een sierlijke dribbelaar die graag en vaak inschoof met de bal aan de voet.

Net als Gerd Müller was hij te zien op de Bosuil in de halve finale van het EK 1972, dat in België werd gehouden. De EK-titel die hij daarna in ontvangst nam, was lang niet de enige prijs die hij won. Driemaal won hij Europacup I (de voorloper van de befaamde UEFA Champions League), 4 keer de Duitse beker en 4 keer werd hij als speler landskampioen met Bayern München. Kers op de taart: de wereldtitels in 1974 (als speler) en in 1990 (als trainer).

Garrincha

Pelé is niet de enige Braziliaanse superster die ooit voet zette op de Bosuil. Ook Manuel Francisco Dos Santos, beter bekend als Mané Garrincha, betrad in 1961 de Heilige Grond. Tegenstander was dit keer niet RAFC of de Belgische nationale ploeg, maar wel de Entente Anversoise. Dat was een ploeg samengesteld uit spelers die uitkwamen voor ploegen uit het Antwerpse. In 1961 blies de selectie 40 kaarsjes uit en om dat te vieren kwam het Braziliaanse Botafogo op bezoek. De absolute voortrekker van dat elftal was Mané Garrincha, die op dat moment al een WK-trofee in zijn prijzenkast had staan. Met 7-2 speelden de Brazilianen de Entente weg.

Een jaar later zou Garrincha zijn strafste stoot uithalen in het tenue van Brazilië. Pelé moest door een blessure forfait geven tijdens de groepsfase van het WK van 1962 (het duo verloor nooit een wedstrijd wanneer beiden op het veld stonden), maar dat weerhield Garrincha er niet van om uit te blinken en de eindwinst te verzekeren voor zijn land als topschutter én als beste speler van het toernooi. De naam Garrincha wordt intussen gebruikt voor de indoor sportgebouwen in ’t stad.

Sir Alex Ferguson & Cristiano Ronaldo

Op 3 augustus 2005 luidde Royal Antwerp FC haar 125-jarig bestaan in. Op het programma stond een klepper van een wedstrijd, tegen het sterrenelftal van dat moment: Manchester United. De manager van United, Sir Alex Ferguson, genoot zichtbaar van de festiviteiten rondom het jubileum. Er waren optredens en een imposante delegatie jeugdspelers deed een ereronde rond het veld.

Sir Alex Ferguson wordt beschouwd als een van de beste trainers aller tijden. Ferguson won bij Manchester United een recordaantal landstitels. Hij won ook twee keer de UEFA Champions League, in 1999 en 2008. De zege in 1999 ging gepaard met de landstitel en de FA Cup, waardoor Manchester United het eerste Engelse team ooit werd dat de treble won.

Ferguson bracht een arsenaal aan sterren met zich mee. Edwin Van Der Sar, Gary Neville, Rio Ferdinand, Mikael Silvestre, John O’Shea, Roy Keane, Paul Scholes, Darren Fletcher, Ruud Van Nistelrooij, Wayne Rooney en de jonge Crisitiano Ronaldo. Het is dan ook geen wonder dat het bij de rust al 0-5 was voor de Red Devils van Manchester.

De meest opvallende naam uit dat lijstje was Cristiano Ronaldo. De Portugese international wordt beschouwd als een van de beste spelers aller tijden. Op zijn clubpalmares prijken zeven landstitels, vijf nationale bekers, zes nationale supercups, drie Europese supercups en vier wereldkampioenschappen voor clubs. Met Portugal won hij het EK 2016 en de eerste editie van de Nations League in 2019. Ronaldo is de enige speler die op vijf verschillende WK’s scoorde. Ronaldo is op veel vlakken individueel recordhouder. Maar zijn belangrijkste individuele prijzen zijn allicht zijn vijf Ballons d’Or. Cristiano Ronaldo maakte in 2002 zijn profdebuut voor Sporting Lissabon onder niemand minder dan… Laszlo Bölöni.

Recente Europese tegenstanders (2020-...)

Sinds de terugkeer naar het hoogste niveau in 2017 bemachtige The Great Old al enkele keren een Europees ticket; met wedstrijden in de Champions League, Europa League én Conference League als gevolg. Wedstrijden tegen Europese grootmachten zorgden ervoor dat topspelers én coacheseen bezoek brachten aan de Bosuil.

  • José Mourinho (als coach van Tottenham; eerder winnaar van de Champions League, Europa League, Conference League én landskampioen in Portugal, Engeland, Italië en Spanje)
  • Harry Kane (Tottenham; kapitein van de Engelse nationale ploeg)
  • Heung Min-Son (Tottenham; zesmaal Aziatisch Voetballer van het Jaar)
  • Gareth Bale (Tottenham; ex-Real Madrid en op een gegeven moment de duurste voetballer allertijden)
  • Hugo Lloris (Tottenham; Wereldkampion met Frankrijk in 2018)
  • Steven Gerrard (als coach van Rangers FC; Champions League-winnaar en FC Liverpool-legende met 710 wedstrijden op de teller)
  • Mesut Özil (Istanbul Basaksehir; Wereldkampioen met Duitsland in 2014 en ex-speler van o.a. Real Madrid & Arsenal)
  • Pepe (FC Porto; beenharde verdediger die met Real Madrid 3x de Champions League won, Europees Kampioen werd met Portugal in 2016 en op z'n 41ste de oudste doelpuntenmaker is in de Champions League)
  • Robert Lewandowski (FC Barcelona; maar liefst 8x op rij kampioen met Bayern München en 10x tot competitietopschutter gekroond)
  • Xavi (als coach van FC Barcelona; als speler maar liefst 4x de Champions League gewonnen met FC Barcelona, Wereldkampioen in 2010, 8x Spaans kampioen)