1923-2023: Bosuilstadion

Een nieuwe locatie vinden bleek niet zo eenvoudig: de prijs om in de stad een terrein aan te kopen lag bijzonder hoog. Om in de Kielwijk te kunnen blijven moest een budget van 3 miljoen frank bij elkaar gesprokkeld worden. Terwijl men hoopte om met datzelfde bedrag zowel een terrein áls een stadioninfrastructuur te kunnen optrekken. Voor het eerst in de geschiedenis van club moest er op zoek gegaan worden naar externe investeerders – een moeilijk gegeven voor het toenmalige bestuur, dat verknocht was aan de eigenheid van de club.

De aankoop van een terrein in Deurne

Na enkele maanden zoeken kwam er een terrein in de wijk “De Brem” in Deurne, in de nabijheid van “Lusthof Boschuil”, op de radar van Antwerp Football Club. Het terrein had een oppervlakte van 30 hectare, aan gunstige voorwaarden. De club had echter voldoende aan 8 hectare. De discussie omtrent de aankoop van ofwel de benodigde 8 hectare ofwel de aangeboden 30 hectare laaide hoog op in de bestuurskamer.

Volgens de toenmalige statuten van de Koninklijke Belgische Voetbalbond mocht een voetbalclub niet professioneel acteren. Er mocht met andere woorden geen geld verdiend worden met voetbal. Antwerp zelf was op dat moment ook een fervent verdediger van het amateurisme, en dus kon (een deel van) de clubleiding zich ook niet vinden in het financieel interessante idee om 30 hectare grond aan te kopen, 8 hectare daarvan te gebruiken voor de installaties van de club en de overige 22 hectare grond te exploiteren. Finaal werd er met slechts één meerderheidsstem verschil beslist om de grond van 8 hectare aan te kopen.

Naamgeving van het Bosuilstadion

Zoals eerder aangehaald bevond het nieuwe terrein zich in Deurne, in de wijk “De Brem”, in de nabijheid van “Lusthof Boschuil”. Vandaag de dag herkennen we in die naam nog de verwijzing naar het Gemeentepark Bremweide, dat achter Tribune 2 en de oefenvelden van het stadion ligt. Het lusthof, uit “Lusthof Boschuil”, verwijst dan weer naar een prachtig aangelegde tuin met kleurrijke en welriekende bloemen.

Bouw en inhuldiging van het Bosuilstadion

Vooraleer er gebouwd kon worden moest er eerst gegraven worden. De vijver, vandaag de dag nog steeds vóór de hoofdtribune, werd volledig uitgegraven: 100 meter lang en 12 meter breed. Dat werd niet alleen voor het uitzicht gedaan, er was namelijk 40.000 kubieke meter aarde nodig om de trappen rondom het speelveld aan te leggen.

Vandaag de dag hebben we aan weerszijden van de vijver parkeergelegenheid en twee oefenvelden, waarvan eentje in kunstgras. 100 jaar geleden was dat nog anders: zowel aan de linker- als rechterkant werden zes tenniscourts aangelegd. Aan de linkerkant van de vijver werd nog een parking ingepland, aan de rechterkant een oefenveld.

Nadien kon er overgegaan worden tot de effectieve bouw van het stadion. De overdekte hoofdtribune van 130 meter lang bood plaats aan 7.000 toeschouwers. Bovendien waren ook de kleedkamers, een clubzaal voor de leden, een koffiezaal voor het publiek én een conciërgewoning gehuisvest in de hoofdtribune die we vandaag kennen als Tribune I.

Aan de overzijde werd er een iets kleinere, maar ook overdekte, tribune gebouwd met plaats voor 6.000 toeschouwers. Achter beide doelen konden er tot 25.000 toeschouwers plaatsnemen, trapsgewijs rondom het veld. Die tribunes waren toegankelijk door middel van drie verschillende tunnels, waarvan we vandaag de dag nog steeds een overblijfsel kunnen herkennen in Tribune II. Aan de achterkant van Tribune II werden nog twee oefenvelden aangelegd – één voor wedstrijden in de lagere afdelingen, op het andere werd er gehockeyd. Aanvankelijk was het de bedoeling dat er ook een atletiekpiste en zwemdok aangelegd zouden worden, maar dat is bij plannen gebleven.

De eerste paal van het nieuwe Bosuilstadion werd op 10 oktober 1922 in de grond gestopt, amper één jaar later werd op 1 november 1923 het stadion triomfantelijk ingehuldigd.

1 november 1923: België – Engeland

Voor de inhuldigingswedstrijd van het Bosuilstadion werd een internationale wedstrijd tussen de nationale ploegen van België en Engeland georganiseerd. De Engelse internationals, allemaal profs, konden voor het eerst niet winnen op het Europese vasteland: een onverhoopt gelijkspel (2-2) leverde de Belgische spelers een langdurige ovatie op van het uitverkochte Bosuilstadion.

Het oorlogsmonument, dat opgetrokken werd voor Tribune I, ter nagedachtenis van de Antwerp-leden die hun leven lieten voor het vaderland tijdens de Eerste Wereldoorlog, werd voor aanvang van de partij onthuld.

Verbouwingen doorheen de jaren

Al snel na de opening van het stadion bleek dat heel wat supporters op Tribune II halsbrekende toeren uithaalden om nóg beter te kunnen zien: er werd veelvuldig op de “Griekse” constructie geklommen. In 1930 werden de eerste aanpassingen gedaan: de constructie maakte plaats voor een volwaardig dak.

Zes jaar later werd er een volledig nieuwe Tribune II opgetrokken boven de bestaande staanplaatsen. De vernieuwing zorgde ervoor dat de capaciteit van Tribune II steeg tot 11.700 zitplaatsen. Samen met de 7.000 zitplaatsen op Tribune I en de staanplaatsen achter beide doelen bood het Bosuilstadion in 1936 plaats aan zo’n 50.700 toeschouwers.

Twintig jaar lang werd er tussen 1946 en 1968 de Derby der Lage Landen georganiseerd, een vriendschappelijke interland tussen België en Nederland. De wedstrijd was zo’n publiekstrekker dat er in sommige jaren soms zelfs twee derby’s georganiseerd werden.

Het Bosuilstadion was in deze periode maar liefst 21 keer gastheer voor België - Nederland. Het is in die hoedanigheid dat de Belgische Voetbalbond aanpassingswerken vroeg uit te voeren aan de Bosuil, om op die manier nóg meer volk te kunnen verwelkomen. De officiële capaciteit kwam na de werken van 1956 op 60.000 personen te liggen.

België - Nederland 1952

Ook vóór de Eerste Wereldoorlog vormde het Bosuilstadion 15 keer het strijdtoneel voor dé Derby, een enorme publiekstrekker, en het is aan deze wedstrijden dat het de bijnaam “De Hel van Deurne-Noord” dankt. De laatste keer dat de Rode Duivels in het Bosuilstadion een interland afwerkten dateert al van 1988, toen het Brazilië van Romario met 1-2 kwam winnen.

In de nasleep van het Heizeldrama van 1985 in Brussel werd er kritisch gekeken naar de staat van de Belgische (voetbal)stadions. De kritiek voor het Bosuilstadion was niet mals: de vervallen betonnen ruïne mocht alleen nog maar de onderste gedeelten van de staantribunes openen. Op 15 mei 1991 werden de staanplaatsen aan de kant van de huidige Tribune 4 gesloopt en werd het Atriumcomplex, dat plaats bood aan 800 business seats, opgetrokken.

Enkele jaren later werd ook de overzijde gesloopt, in 1998. Toch duurde het nog tot 2001 voor de huidige Tribune III gebouwd zou worden, die beschikt over 3.500 zitjes.


Na de overname door Paul Gheysens in 2017 zette zijn bedrijf Ghelamco in slechts 20 weken tijd een nieuwe hoofdtribune neer. Tribune I heeft vandaag 5.600 zitplaatsen, een restaurant en 18 loges. Eind 2019 werd het “Kwadro-gebouw” met de grond gelijkgemaakt om plaats te ruimen voor de komst van Tribune IV. Deze tribune biedt plaats aan 7.500 mensen. Binnenin Tribune 4 bevindt zich ook de ‘state of the art’ RAFC Academy.